In toprestaurant Manjefiek, dat nog net in Maastricht ligt op de Rijksweg van Gronsveld naar
Eijsden, hebben zich twintig internetexperts verzameld.
Ze zijn uitgenodigd door Limburg Business Magazine om hun licht te laten schijnen op de ontwikkelingen op het gebied internet en
e-commerce.
Na de enorme hype van de afgelopen jaren blijkt de visie van de experts genuanceerd.
Dat internet belangrijk is, staat buiten kijf, maar hoe geschikt is internet nu om fysieke producten te verkopen? Is internet een stukje informatica, een verkoopkanaal of toch vooral een
marketingcommunicatietool?
En is het voor (kleinere) lokale ondernemers eigenlijk wel noodzakelijk om iets spectaculairs op internet te gaan doen?
Allemaal vragen die een sterke afvaardiging uit het Limburgse bedrijfsleven onder voorzitterschap van Carl
Maessen, voormalig commercieel directeur van Dagblad De Limburger, tijdens een verfrissende brainstormsessie probeerde te tackelen. |
Aanwezigen bij forum ‘to be or not to be on the internet’:
Namens Limburg BUSINESS:
Carl Maessen, voorzitter namens Limburg BUSINESS
Marco Greep, directeur CommunicationLINE B.V.
Dave Wuyts, bladmanager Limburg BUSINESS
Mayk Scholtes, accountmanager Limburg BUSINESS en
Drs. Peter Swelsen, redacteur Limburg BUSINESS.
Gasten Limburg BUSINESS.
1. Ton Sleijpen, Sales & product manager Vogelzang.
2. Huub Moonen, commercieel directeur Vogelzang.
3. Drs Christian Dackus, CEO Web3.
4. Joseph Quick, manager international department
DKV-verzekeringen.
5. Dominique Lardinois, controller Universiteit
Maastricht.
6. Patrick Peters, accountmanager Centric.
7. Jos Donners, general manager Arcad.
8. Stephan van Dinther, salesmanager
Arcad.
9. Alain Van den Broeck, Marketing, Sales & Service
director Triton Telecom.
10. Ruud Lamers, Crosswire.
11. Ing. Louis Grannetia, manager Cadac professional
resources.
12. Huup Peters, Cultuur deskundige.
13. Drs. Rob Meulenberg, Director Education CSS en
Vestigings- manager CSS - Heerlen.
14. Gino de Jeu, Commercieel directeur NLcom.
15. Antoine Aben, manager Corporate Development,
Chem-Unity. |
Carl Maessen opent het forum met de vraag naar het ‘waarom’ van internet.
Antoine Aben van ChemUnity, een e-marketplace die op de chemische markt opereert, haakt hierop meteen in met een enthousiast verhaal.
 |
De vraag naar het waarom van internet is voor ons een eenvoudige. We opereren op een commodity markt met veel gelijkwaardige aanbieders en vrij homogene producten.
”Dankzij internet is het eenvoudiger om alle relevante marktinformatie te krijgen. Internet is wat dit betreft een fenomeen dat efficiency voor zowel inkoop als verkoop oplevert.” |
Dominique Lardinois, controller bij Universiteit Maastricht vindt de vraag over het waarom van internet ook voor de universiteit makkelijk te beantwoorden. “Het is een ideaal hulpmiddel bij onderzoek voor informatie, maar ook voor wetenschappelijke communicatie over de hele wereld. De Maastrichtse universiteit heeft natuurlijk ook een eigen website en huissstijl waarop we de karakteristieken van het probleemgestuurd onderwijs aan bod laten komen.
Ik ben optimistisch over de toekomst van internet, geloof dat voor alle problemen die er nu liggen een oplossing komt.”
 |
Voorzitter Carl Maessen wil graag weten of alle genodigden er zo positief over denken. “Hoe zit het bijvoorbeeld met de toekomstige winstverwachtingen rond internet, is het investeringsklimaat nog goed en hoe zit het met de haalbaarheid van e-commerce in het algemeen? Kortom: is de stemming op de markt nog wel optimistisch?” |
Drs. Christian Dackus van Web3 zegt er het volgende over:
“Onze klanten die op het gebied van e-commerce iets willen presteren, bestaan uit een gemęleerd gezelschap. Er zijn successen, maar ook mislukkingen. Nu is de markt aan het veranderen, het gaat nu gebeuren en de vraag is hoe je dat oppakt. Het technische deel is eigenlijk het minste probleem, maar het is wel zo dat er vele wegen naar Rome leiden.
Een groot probleem ligt in de logistieke processen, die blijken vaak ingewikkelder dan werd aangenomen. Gelukkig kan de logistieke invulling, bijvoorbeeld van een webwinkel, overgenomen worden door professionals, en verwijs ik wat dit betreft graag naar het succes van bijvoorbeeld Seacon.”
|
Josef Quick, manager bij DKV international verzekeringsgroep, wil graag inhaken op de vraag van Carl Maessen over de potentiële winstgevendheid van internet.
Hij heeft, terwijl hij zich eigenlijk toch een vertegenwoordiger van de oude economie voelt, goede ervaringen met het internet. |
“We zijn eigenlijk een aantal jaren geleden gestart met een website, vooral met het doel om de naamsbekendheid van ons bedrijf te vergroten. En dat is eigenlijk nog steeds zo”, voegt Josef Quick er glimlachend aan toe.
“Maar er is meer bij gekomen, veel meer. Internet draagt bij tot een verhoging van de efficiency van het serviceniveau, de kwaliteit van onze producten en doet nu ook de verkoop stijgen!
Dertig procent van de aanvragen voor verzekeringen komen bij ons via internet binnen. Maar we gebruiken internet ook om tussenpersonen op verschillende wijzen te ondersteunen.
Een aantal van onze 1500 aangesloten tussenpersonen communiceert bijvoorbeeld dagelijks met ons. En ook de zorgverleners weten ons inmiddels uitstekend op internet te vinden.
Ik kan niet anders zeggen dan dat internet ons bedrijf - dat al 75 jaar in de markt staat - effectiever heeft gemaakt.
Maar wij zijn natuurlijk geen internetbedrijf, zien het internet zoals gezegd als een krachtige ondersteuning voor ons bedrijf.
We zien het internet vooral pragmatisch, gebruiken het voor een versterking van onze core business en core competence.”
Carl Maessen werpt de vraag op in hoeverre internet worldwide toegevoegde waarde biedt.
Alain Van den Broeck van Tritone Telecom, een bedrijf dat capaciteit in glasvezels verkoopt en werk maakt van een betrouwbaar en veilig netwerk, wijst er op dat vooral snelheid en betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het internet wezenlijk zijn.
“Tritone bedient twee soorten bedrijven.
Allereert hebben we eindklanten, dat zijn grote bedrijven in de regio bij wie we glasvezelcapaciteit naar binnen gooien. Die glasvezel wordt niet alleen gebruikt voor internet maar ook voor telefonie en telecommunicatie.
Value added services, zeg maar een autosnelweg via glasvezel, is onze andere business. Hiervoor werken we onder meer samen met WEB 3 waarvan hier ook vertegenwoordigers aanwezig zijn.
We werken aan grote knooppunten, daar is toenemende interesse voor. Het gaat er uiteindelijk om, om de digitale snelweg optimaal te kunnen gebruiken.
Internet, maar ook andere communicatieverbindingen mogen niet meer uitvallen, bedrijven kunnen het niet meer missen.
Daarom leggen wij overal dubbele verbindingen, werken we met cirkels waardoor bij een breuk niet iedereen platligt.
We zetten vooral in op snelheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid (glasvezels tot voor de deur).
Volgens ons de mission-critical-voorwaarden voor een optimaal gebruik van internet en andere moderne communicatietools.”
Carl Maessen: “Wie aan deze tafel kan bevestigen dat snelheid en betrouwbaarheid voor internet inderdaad essentieel zijn. Hangt to be or not to be on the internet vooral daar van af?”
Gino de Jeu, commercieel directeur van NLcom, vindt dat ondernemers zich alleerst moeten afvragen wat ze nu eigenlijk precies willen met het internet.
“Besef dat internet geen doelstelling op zichzelf is, het kan ondersteunend gebruikt worden om je doelstellingen te realiseren. Daarbij kan NLcom behulpzaam zijn.
Bij ons bedrijf is er snelheid genoeg, maar bij andere bedrijven is een gebrek aan bandbreedte wel weer een probleem. Maar straks zal er sowieso meer bandbreedte nodig zijn, omdat er steeds nieuwe producten op de markt zullen komen. Denk maar eens aan videoconferenties en andere business to business communicatie, maar ook aan producten voor thuis.
Straks kun je vanaf je werk thuis van alles via het internet besturen. Ik denk dat het die kant op gaat.
We staan nog maar aan het begin van een groot aantal nieuwe ontwikkelingen die kansen zullen geven voor een breed spectrum nieuwe producten.”
De voorzitter denkt dat het internet straks misschien net zo gewoon wordt en net zo naturel ingepast gaat worden als de fax of de telefoon. “Dat ondernemers een internetaansluiting nodig hebben staat dan ook buiten kijf. Maar hoever moet je als ondernemer nu op het internet gaan. Laat je het bij een relatief goedkoop te verwezenlijken elektronische folder, kies je voor meer interactieve mogelijkheden of ga je nog een stap verder met e-commerce; met alle logistieke en kostentechnische consequenties vandien? En moet je eigenlijk wel iets met internet als ondernemer?”
Huub Moonen, commercieel directeur van Vogelzang (een retail- en business to business keten op het gebied van witgoed, bruingoed en computerapparatuur) denkt allereerst dat generaliseren uit den boze is.
“Vraag je eerst en vooral af: ‘what business are we in’. Van groot belang is of je in een statische of juist in een turbulente markt opereert.
Wanneer je in een turbulente markt opereert kunnen de kosten van het onderhoud van je website en de controle over je logistieke netwerk je snel boven het hoofd groeien.
In een statische markt kun je daarentegen vrij eenvoudig vrij veel bereiken op internet.
Het genoemde verzekeringsbedrijf doet het uitstekend op internet, met name ook omdat het niet om een fysiek product gaat.
Maar bij een auto ligt dit weer anders. Mensen zullen wel voor informatie over een auto op internet gaan surfen, maar zullen hem daar niet kopen. Uiteindelijk willen ze die auto toch in de showroom zien, en er ook eens aan voelen en snuiven.
Retail via internet is een heel lastige zaak omdat mensen plezier hebben in shoppen, je moet heel goed per bedrijf kijken naar de gevoelswaarde van je producten. Hans van Breukhoven maakt met de verkoop van cd’s op internet volgens mij wel een goede kans, maar ook hier zal de optredende turbulentie en het kostenaspect voor de nodige complexiteit zorgen.
Uiteindelijk blijft het kostenplaatje toch essentieel.’
‘Het bedrijven van e-commerce kan heel duur worden, het is in een aantal gevallen voordeliger om een echte winkelketen te hebben. Ik durf dan ook te stellen dat in de retail in de toekomst niet meer dan acht procent van de omzet via e-commerce binnengehaald zal worden. Maar in het geval van meer statische markten en op het gebied van marketingcommunicatie liggen op internet nog grote kansen.’
Carl Maessen is nieuwsgierig naar het kostenaspect. “Is het opereren op internet nu echt zo duur?”
Antoine Aben meent dat je het kostenplaatje per situatie moet bezien.
“In een industriële omgeving zijn via internet juist duidelijke kostenbesparingen te realiseren. Je moet kijken wat je investeert en wat je ervoor terugkrijgt.
Ook bij het kostenverhaal moet je trouwens steeds beseffen dat internet geen op zichzelf staand doel is.”
Jos Donners, general manager van Arcad, bevestigt dit graag. “Internet moet je, het is al vaak over tafel gegaan, inderdaad ondersteunend zien. Met behulp van internet kun je inderdaad je product verbeteren, op een hoger peil brengen.
Je kunt het met name uitstekend als communicatiekanaal gebruiken; met name voor bestaande klanten. Via internet kunnen de dienstverlening en de snelheid waarmee informatie uitgewisseld wordt aanzienlijk verbeterd worden.
Je moet per klant kijken wat er gevraagd wordt. Wanneer een klant alleen effectief wil e-mailen of informatie uit wil wisselen, is dat veel eenvoudiger te realiseren dan om daadwerkelijk iets te verkopen via het internet. Met name retail vraagt om een diepere oplossing.’
Huup Peters Cultureel redacteur Limburg BUSINESS laat weten dat veel familiebedrijven in het hotelwezen wat graag mee zouden doen in de internetrace.
Maar vraagt zich tegelijkertijd af of internetoplossingen voor kleinere bedrijven wel haalbaar zijn. ‘Het zou met name een interessant direct marketing medium kunnen zijn om bij lage bezettingsgraden in een hotel kortingsaanbiedingen te doen.
Op die manier zouden hotels hun gemiddelde bezettingsgraad effectief op kunnen krikken.’
De vraag van Huub Peeters maakt een discussie los over wat een eventuele website voor een hotel zou moeten kosten. Ook hier blijkt het ervan af te hangen wat je wilt. Wanneer je doeltreffend informatie wilt geven, moet het volgens een deel van de aanwezigen mogelijk zijn om voor weinig geld resultaten te boeken.
Je kunt bijvoorbeeld meedoen aan een keten die zich op internet presenteert. Bijkomend voordeel is dan dat de website professioneel onderhouden wordt.
Want een slecht onderhouden site, waarop nog reclame-aanbiedingen staan van de afgelopen kerst, is natuurlijk eerder anti-reclame. Iedereen is het erover eens dat, zolang je niet te veel wilt, de aanwezigheid op internet eenvoudig te realiseren is. Je kunt gewoon voor een eenheidsworst kiezen of je bewust beperken met een elektronische folder.
Ook samenwerking op het internet is voor bijvoorbeeld hotelketens goed mogelijk.
Zodra je dieper wilt gaan richting interactiviteit of zelfs daadwerkelijke handel via internet wilt realiseren, moet bewust nagedacht worden over het kostenaspect.
Logistiek, updaten van de site, de back office en de front office kunnen in de praktijk klauwen met geld kosten.
De discussie overziend vraagt Carl Maessen zich af “Of internet nu gezien moet worden als automatisering, verkoopkanaal of toch vooral als marketingcommunicatietool?”
Drs. Christian Dackus, manager bij Web 3: “Ik wil hier best de knuppel in het hok gooien. Ik vind internet bovenal marketing en communicatie en geen automatisering. Je kunt via een medium als internet grote successen behalen, als je geduld hebt en weet waar je mee bezig bent. Besef dat Rome ook niet op een dag gebouwd is.
Een voorbeeld was een klant van ons, een wijnimporteur die wijn wilde verkopen via internet. In het begin zag hij weinig resultaten, maar we wisten hem ervan te overtuigen dat hij door moest zetten. We gingen door, zorgden dat de website via diverse kanalen bekendheid genereerde.
Nu, driekwart jaar later, heeft de wijnimporteur een winstgevende site. Hij verkoopt ontzettend veel wijn via het internet, het is een succes geworden.”
Carl Maessen concludeert voorzichtig dat iedereen in ieder geval op een of andere manier op het internet thuishoort.
Rob Meulenberg, van CSS (Computer Services Solutions) beantwoordt de vraag met een volmondig; “Nee”. “Ik gooi ook maar eens met een knuppel, vervolgt hij knipogend.
Maar serieus, ik denk niet dat per definitie iedereen op het internet thuishoort. Internet geeft mogelijkheden tot het waarmaken van een 24-uurs economie.
Je precieze positionering als ondernemer bepaalt of je wel of niet aansluiting moet zoeken.
In veel gevallen is internet - afgezien misschien van een globale site en e-mail - voor lokale ondernemers niet interessant.
We moeten ook niet te veel nadruk leggen op de verkoopkant, er wordt nog veel te weinig gekeken naar de inkoopvoordelen die internet kan bieden.
De business-to-consumer-markt staat ter discussie; zelfs pioniers van het eerste uur als Let’s buyit.com en Amazon.com hebben het moeilijk.
Met inkoop via internet kunnen interessante inkoopvoordelen behaald worden, op het gebied van supply chain management ligt nog een wereld open.
Kortom: ik geloof wel in de enorme mogelijkheden van internet en weet zeker dat er nog veel te gebeuren staat. Maar anderzijds vind ik het te makkelijk om te roepen dat iedereen er nu maar op moet.’
Marco Greep, directeur CommunicationLINE, ziet internet ook bovenal als een krachtig en belangrijk marketingcommunicatiegereedschap.
“Marketing en communicatie moeten integraal deel uitmaken van de bedrijfskolom. Het is zaak dat de marketinginspanningen op internet afgestemd worden op de rest van de communicatie.
Het gebruik van internet moet deel uitmaken van een geďntegreerd marketingplan.
Men moet internet niet zien als een afzonderlijke tool, maar inpassen in reclame in gedrukte media, televisie, telemarketing datamarketing enzovoort.”
Stephan van Dinther salesmanager van Arcad kan zich vinden in de bevindingen van Marco Greep.
“Internet is begonnen als communicatiemiddel. Nu is er opeens die discussie over e-commerce, maar ik denk dat de grote winst van internet in het communicatiepotentieel zit. Pure retail bedrijven op het internet is soms nog te complex.
Het gaat zeker komen, maar het is nog even oppassen geblazen, zeker gezien de kostenkant van het verhaal.
Wie voor veiligheid kiest, kiest voor de mogelijkheden die internet biedt als informatie- en communicatiemedium.
Juist op dit oorspronkelijke gebied is nog heel wat mogelijk...’
Carl Maessen vraagt of er nog vragen of opmerkingen zijn naar aanleiding van het voorgaande. Als dit niet zo blijkt te zijn, gaat het gezelschap naar het restaurantgedeelte, waar onder het genot van een voortreffelijke vissoep intensief nagepraat wordt over de inzichten die het forum opleverde. Een sprankelend forum dat niet alleen snel en helder inzicht verschafte in de ras veranderende internetmarkt, maar zeker ook geslaagd was in termen van modern relatiemarketingmanagement.
Slotconclusie ‘to be or not to be on the internet’: Over de marktkansen van internet zijn de aanwezige internetexperts, na de hype van de voorgaande jaren, voorzichtig optimistisch.
Vooral worden grote mogelijkheden gezien voor nieuwe (interactieve) producten die een grotere bandbreedte zullen vragen.
Ook is men van mening dat er nog grote (winst-) kansen zijn voor internet als communicatie- en informatiemedium.
Niet iedere ondernemer moet nu daadwerkelijk het avontuur op internet aangaan.
Een elektronische folder of e-mail mogelijkheden zijn snel gerealiseerd. Maar ga je dieper met interactieve sites of zelfs e-commerce, moet goed nagedacht worden of dit ingepast kan worden in het bedrijf.
Wie aan wil haken bij de 24-uurs economie kan bijvoorbeeld veel hebben aan de mogelijkheden van het worldwide net.
Maar de aloude marketingvraag ‘What business are we in’ moet steeds opnieuw gesteld worden. De kosten van een goede webwinkel kunnen in de praktijk tegenvallen. Het onderhoud van de site, de back office, de front office en het logistieke gebeuren zijn kostbare zaken. Techniek en logistiek kunnen voor complexe problematiek zorgen.
Verhalen dat de omzet van retail tot een procent of twintig van de totale omzet in Nederland zou groeien worden aan tafel genuanceerd. Acht tot maximaal tien procent van de retailomzet lijkt in de toekomst een realistischer uitgangspunt. Op het gebied van ondersteuning van producten, service en informatie ligt echter nog een wereld open op internet. Met name voor producten die op het continuüm product-dienst dicht bij de diensverlening liggen, zoals bijvoorbeeld verzekeringen, is succes op internet uitstekend mogelijk.
Alles overwegend zijn de aanwezigen het wel eens over het feit dat internet niet zozeer informatica of een verkoopkanaal is, maar vooral een krachtig marketingcommunicatietool.
|